Maurice Steijn: ‘Ik zou Ajax niet meer in beweging krijgen’
Tweemaal overwoog Maurice Steijn (50) om zijn contract bij Ajax te beëindigen. Ondanks de expliciete steun van Michael van Praag en Louis van Gaal, verliet hij na een derde overweging, in onderling overleg, definitief de Johan Cruijff ArenA. In een interview in de Telegraaf zegt Steijn hierover het volgende: „Een illusie armer, een ervaring rijker, maar ik ben wel dicht bij mezelf gebleven. Ik zou Ajax niet meer in beweging krijgen.”
Steijns onverwachte trainersrol bij Ajax in het voorjaar was na zestien weken voorbij. De Haagse volksjongen, bekend om zijn vechtersmentaliteit, realiseerde zich achteraf dat hij al bij zijn eerste ontmoeting met de nieuwe directeur voetbalzaken, Sven Mislintat, op het verkeerde spoor was gezet. “Wanneer de directeur voetbalzaken van een club als Ajax ‘samen’ belooft, wil je dat geloven.
‘Ook al omdat Mislintat zich echt in mij had verdiept, bleek tijdens onze eerste ontmoeting. Bij al mijn voorgaande clubs werkte ik heel nauw samen in een driemanschap met de algemeen directeur en technisch directeur. Alle grote technische beslissingen namen we bij die clubs in samenspraak. Dat was soms een kwestie van geven en soms van nemen. Maar bij Ajax…’
Had Steijn enige inspraak?
„Aanvankelijk vroeg hij ons met spelersnamen te komen om het elftal te versterken en in te spelen op het vertrek of de aanstaande verkoop van belangrijke steunpilaren, zoals Dusan Tadic, Jurriën Timber, Edson Alvarez, Mohammed Kudus en Davy Klaassen. Het Ajax van 2019 van Marc Overmars en Erik ten Hag, met een Nederlands gezicht, was onze blauwdruk”, aldus Steijn.
„We droegen ex-Ajacieden, zoals Noa Lang, Nicolas Tagflico, Justin Kluivert en Sergino Dest aan. En we kwamen met Stefan de Vrij als Nederlandse international, die Jorrel Hato bij de hand kon nemen. Voor Jerdy Schouten zagen we eenzelfde rol bij Kenneth Taylor en Silvano Vos, zoals Lasse Schöne indertijd Frenkie de Jong wegwijs maakte en Daley Blind de leermeester was van Matthijs de Ligt.”
Maurice Steijn vervolgt. „Vangelis Pavlidis brachten we in als spits naast Brian Brobbey. Mislintat opteerde voor Joshua Zirkzee, maar we hadden met Brobbey al een toptalent in huis en zochten juist naar ervaring. Dat hadden die vele jonge Ajax-talenten, die het geraamte moesten vormen voor het nieuwe Ajax nodig.
’Mislintat had altijd argumenten klaar om die spelers niet te halen’
Het was ook de reden waarom ik enthousiast was over de bij ons aangeboden Isco.”„Later viel de naam van Hakim Ziyech nog. Zonder dat hij het hard uitsprak: Mislintat bleef weg bij voormalig Ajacieden en Nederlanders. Voor die spelers had hij altijd zijn argumenten klaar om ze niet te halen. Zo kon De Vrij, laatst nog uitblinker bij Oranje, niet met ruimte in zijn rug spelen. Terwijl Pavlidis geen optie was omdat AZ altijd moeilijk deed tijdens transferonderhandelingen.”
-Kreeg je het vermoeden dat Mislintat jou naar Ajax haalde omdat hij, met jou als relatief onervaren hoofdtrainer, meer vrijheid zou hebben in de transfermarkt bij het samenstellen van het team?
„Langzaam maar zeker wel. Voor de Europese uitwedstrijd – op 24 augustus tegen Ludogorets – kwam het tot een enorme botsing, waar ook stafleden bij aanwezig waren. Zijn aankopen tilden Ajax niet naar een hoger niveau, kwamen uit tweede divisies van Frankrijk, Duitsland en Engeland en de topaankopen lieten op zich wachten. Wij als staf hadden volgens hem geen verstand van het samenstellen van een selectie en hoefden ons daar niet mee te bemoeien. ’Ik ben verantwoordelijk voor de selectie en jullie voor het elftal.’ Voor het eerst dacht ik: hier ben ik niet op mijn plaats.”
„Mislintat hield woord wat betreft de tactiek en de opstelling. Hij heeft zich er nooit mee bemoeid; zelfs nooit naar gevraagd. Voor mij niet normaal, maar hij beschouwde dat als volledig gescheiden werelden. Die twee werelden zijn bij Ajax nooit tot elkaar gekomen. Mijn kracht als trainer komt met het communiceren met spelers, met korte lijntjes naar de voetbal- en algemeen directeur. Die laatste ontbrak totdat Jan van Halst in september kwam. In de clubleiding rommelde het ook.”
Na Fortuna Sittard-uit (0-0) verklaarde Steijn dat behalve Josip Sutalo de aankopen niet zijn keuzes waren.
Maurice Steijn daarover: „Die uitspraak was genuanceerder en niet om alles op het bordje van Mislintat te leggen. Of hem bewust voor de bus te gooien, zoals later werd gesuggereerd. Hij was wel degene die mij de kans bood als hoofdtrainer bij Ajax. Het was achteraf niet handig van me. De impact van die woorden heb ik onderschat. Mislintat was woedend. Volgens hem was hij z’n autoriteit, en ik in één klap de spelersgroep kwijt. Na de interlandperiode die volgde heb ik alle spelers gesproken en het juiste perspectief bij hen geschetst. Bij de meesten was mijn uitspraak volledig langs hen heengegaan.”
„Vanaf dat moment voelde ik dat Mislintat niet langer met me door wilde. Hoe? Het contact werd steeds minder. Hij nam me openlijk kwalijk na de blessure van Rulli voor Jay Gorter boven Ramaj te hebben gekozen. Ook tot ergernis van de Nederlandse spelers was hij altijd met z’n aankopen bezig en leek hij ze tegen mij op te zetten. Achter mijn rug om besprak hij mijn functioneren met de assistent-trainers Hedwiges Maduro en Saïd Bakkati.”
-Waarom leidde het ontslag van Mislintat op 24 september niet tot verbetering?
„De klik met de spelersgroep, vooral met de aankopen, was er niet. Daar doe je alles aan, maar in wedstrijden ging er van alles fout. Na de nederlaag tegen AZ, op 8 oktober, speelde ik serieus met het idee te stoppen. Gesprekken met mensen in mijn directe omgeving, vertrouwelingen en mensen bij Ajax gaven me het vertrouwen dat ik wel de juiste man was voor de job. In de interlandbreak die volgde hebben we met de staf in Noordwijk gezeten om tot een ommekeer te komen. Toen gaf een groot deel van de staf aan niet met Steven Berghuis verder te willen. Zover was ik niet.”
Breekpunt
Het breekpunt voor Maurice Steijn kwam direct na de nederlaag tegen FC Utrecht. “Op de weg naar huis begon ik na te denken. Thuis heb ik het besproken, en later ook met anderen. Ik ben naar mijn zaakwaarnemer Rodger Linse gegaan, waar ook Ruud van Nistelrooy aanwezig was. Ik onderhoud veel contact met hem. Hij had bij PSV een soortgelijke situatie meegemaakt. Voor mezelf besloot ik toen: ik stop. Ze begrepen het”, aldus de voormalig Ajax-trainer
Twee maanden na het vertrek van Steijn staat Ajax op de vijfde plek in de Eredivisie, is overgegaan van de Europa League naar de Conference League en is door Hercules uitgeschakeld in de beker. Hoe ervaart hij deze ontwikkelingen?
„Regelmatig kom je toch in de ’wat-als-modus’. Die makkelijke reeks komt dan langs. Weet je: bij mijn Ajax zou Robert Mühren in die één tegen één met Ramaj hebben gescoord voor Volendam en Heerenveen ook in plaats van die bal op de paal te schieten. Zo voel ik het nog steeds. Je ziet wel dat het elftal niet veel verschilt met het team onder mijn leiding. Voor Ajax en John van ’t Schip ben ik blij dat ze zo’n goede reeks hebben neergezet.”
„Echt, ik gun Ajax het allerbeste. Het blijft een geweldige club. Binnenkort ga ik zeker een wedstrijd bezoeken in de Johan Cruijff ArenA. Of ik ooit nog zo’n kans bij zo’n grote club krijg? Hoewel het nooit een eerlijke kans is geweest bij Ajax, zal ik eerst een stap terug moet doen en me opnieuw moeten waarmaken. Daartegenover staat dat ik ook weet dat we met een Ajax-elftal zoals ik voor ogen had met PSV en Feyenoord om de hoofdprijzen hadden gespeeld. Mits gesteund door een stabiel functionerend driemanschap met een algemeen directeur en directeur voetbalzaken.” sluit Maurice Steijn af.
