Samenvatting Italië – Albanië

Italië incasseerde tegen Albanië de snelste EK-goal ooit, maar herstelde snel de schade: 2-1.
Italië maakte een indrukwekkende terugkeer in Dortmund, de stad waar het team in 2006 de halve finale van het WK won tegen Duitsland op weg naar de wereldtitel. Onder leiding van bondscoach Luciano Spalletti kende Italië zaterdagavond een moeilijke start tegen Albanië. Hoewel de Albanezen de snelste treffer ooit in een EK-wedstrijd scoorden, wist de regerend Europees kampioen snel orde op zaken te stellen en won uiteindelijk met 2-1.
Na Spanje’s overtuigende overwinning op Kroatië in groep B, ook wel de ‘poule des doods’ genoemd, was het aan Italië om te laten zien dat het een serieuze kandidaat is in dit toernooi. Met nog wedstrijden tegen Spanje en Kroatië in het verschiet, was het van groot belang voor Italië om geen steken te laten vallen tegen Albanië, de zwakste schakel in deze groep.
Al na 22 seconden een doelpunt voor Albanië
De wedstrijd begon echter desastreus voor Italië. Albanië kwam al na 22 seconden op voorsprong in het Signal Iduna Park. Een lange bal over de zijlijn leidde tot een slordige ingooi van Inter-linksback Federico Dimarco. Zijn teamgenoot Alessandro Bastoni aarzelde, wat Albanees Nedim Bajrami de kans gaf om met volle overtuiging de bal in het dak van het doel te schieten: 0-1. Dit markeerde de snelste goal ooit op een Europees kampioenschap. De tribunes, gevuld met tienduizenden enthousiaste Albanese supporters, barstten in vreugde uit.
Voor Albanië, geleid door de Braziliaanse coach Sylvinho en zijn Argentijnse assistent Pablo Zabaleta, was het een droomstart, maar voor Italië een ware nachtmerrie. Gelukkig voor Italië stond de stand al binnen een kwartier in hun voordeel. Eerst kopte Alessandro Bastoni bij de tweede paal raak uit een draaiende voorzet van Lorenzo Pellegrini, die de bal kreeg van Dimarco. Vijf minuten later schoot Nicolò Barella de 2-1 binnen, goedgemaakt door de spelers van Inter die zo de fout van hun clubgenoot Dimarco herstelden.
Italië had daarna lange tijd de controle over de wedstrijd, maar creëerde weinig kansen op een derde doelpunt. Inter-middenvelder Davide Frattesi raakte nog de paal en Thomas Strakosha, de reservedoelman van Brentford, redde een schot van de Italiaanse spits Gianluca Scamacca. Albanië kreeg vlak voor rust ook nog een kans via Jasir Asani.
Doelpuntloze tweede helft
In de tweede helft verzuimde Italië om de voorsprong verder uit te bouwen en ging ook niet fanatiek op zoek naar een derde treffer. Dit gaf de Albanese supporters hoop. Albanië moest lang wachten op een tweede schot op doel, maar in de 90ste minuut kreeg invaller Rey Manaj, een voormalig talent van FC Barcelona, bijna de 2-2 op het bord. Gianluigi Donnarumma, een van de vijf overgebleven spelers van de EK-finale van 2021, voorkwam dit met een cruciale redding.
Italië – Spanje
Nu richt Italië zich op de tweede groepswedstrijd, komende donderdag in Gelsenkirchen tegen Spanje. Spanje, Europees kampioen van 2008 en 2012, maakte indruk met een 3-0 overwinning op Kroatië in Berlijn. Italië toonde zaterdagavond echter ook dat het klaar is om te strijden in dit toernooi. Van het team dat drie jaar geleden onder leiding van Roberto Mancini het EK won, zijn slechts vijf basiskrachten over, maar Luciano Spalletti heeft nieuwe talenten in de ploeg gebracht.
Of Italië in staat is een serieuze rol te spelen voor de eindzege zal blijken in de komende duels tegen Spanje en Kroatië. De ploeg hoopt terug te keren naar het Olympiastadion in Berlijn, waar het in 2006 de WK-finale van Frankrijk won na strafschoppen.