Alex Kroes is door de Ajax-rvc onterecht weggezet als dader van een strafbaar feit

Ajax beleeft een turbulent seizoen. De club, genoteerd aan de beurs, vond zichzelf ongekend terug op de 18e plaats, werd uitgeschakeld in de bekercompetitie door een amateurteam en zag binnen vier maanden af van de diensten van de pas aangestelde technisch directeur Sven Mislintat,
Recentelijk kwam aan het licht dat Ajax van plan is om Alex Kroes, die slechts een maand geleden de functie van algemeen directeur op zich nam, te ontslaan. Michael van Praag, de voorzitter van de raad van commissarissen, wijst op ‘sterke aanwijzingen’ dat Kroes betrokken was bij insider trading.
Het incident betreft de aankoop van 17.500 aandelen door Kroes op 26 juli 2023, een periode waarin de onderhandelingen over zijn aanstelling bijna waren afgerond, maar de bekendmaking daarvan nog moest volgen. Op LinkedIn erkende Kroes dat deze handeling achteraf gezien onverstandig was, maar plaatste vraagtekens bij de aantijging van insider trading, wat gedefinieerd wordt als handel met voorkennis die significant invloed kan hebben op de aandelenprijs.
Volgens Daan Doorenbos, partner bij Stibbe en hoogleraar, in het FD.nl, wekt Kroes’ timing de suggestie van handel met voorkennis, iets wat strikt verboden is onder de Europese Verordening inzake marktmisbruik. De vraag of Kroes’ aanstelling de aandelenkoers significant zou beïnvloeden, blijft echter open.
Het is geen eenvoudige zaak, aldus Doorenbos: ‘Het is niet aan een rvc om een bestuurder publiekelijk te betichten van strafbaar handelen.’ Het was verstandiger geweest wanneer de rvc eerst zelf contact had opgenomen met de AFM en de casus daar uiteen had gezet. ‘Grote kans dat de AFM er genuanceerder tegenaan zou hebben gekeken.’
De zaak lijkt Doorenbos dan geen aangifte waard: ‘Niet alleen omdat hier naar mijn oordeel geen sprake is van voorwetenschap, maar ook omdat vrij evident is dat Kroes zijn aankoop niet met kwade intenties heeft verricht’, zegt Doorenbos. ‘Door de rvc is hij onterecht weggezet als dader van een strafbaar feit. Dat is buitengewoon kwalijk en onzorgvuldig. Iedereen is onschuldig totdat een rechter anders heeft geoordeeld.’
Doorenbos legt uit dat, hoewel beursgenoteerde bedrijven meestal geen risico nemen en bestuurswijzigingen als voorkennis beschouwen, de situatie bij Ajax complexer is door haar unieke positie als voetbalclub. Beslissingen op het veld, sponsorcontracten en transfers wegen vaak zwaarder dan bestuurswijzigingen.
Hij betoogt dat, gezien de beperkte invloed van een CEO op de prestaties van een voetbalclub en het minimale effect van de aanstelling op de beurskoers, er waarschijnlijk geen sprake was van koersgevoelige informatie.
Doorenbos bekritiseert de raad van commissarissen voor het onterecht beschuldigen van Kroes als dader en stelt dat de zaak geen aangifte waard is, gezien de afwezigheid van kwaadwillende intenties en de onzorgvuldige communicatie van de raad. Hij suggereert dat een voorafgaande consultatie met de AFM wellicht tot een genuanceerder beeld had geleid.
Tot slot merkt Doorenbos op dat rvc-voorzitter Michael van Praag na vragen van de media zijn eigen aandelenbezit heeft gemeld bij de AFM, wat wijst op een gebrek aan zorgvuldigheid binnen de club. Dit alles schildert het beeld van een club in onrust, waarbij snelle en ondoordachte reacties de situatie alleen maar verergerden.